Uniformering van Sint Sebastianus


De meeste schutterijen zijn tegenwoordig uitgedost in prachtige uniformen uit vervlogen tijden en de toeschouwers weten soms niet beter dan dat dit altijd zo is geweest. Niets is echter minder waar! De uniformering is een vrij jong verschijnsel in vergelijking met de ouderdom van de schutterijen. Ook bij de schutterij van Mheer is dit niet anders. Op de oudst bekende foto’s van de schutterij van Mheer uit het begin van de twintigste eeuw zijn de meeste schutters uitgedost met een witte broek, een sjerp over de eigen jas en een pet. Enkele officieren dragen een compleet uniform, maar van enige uniformiteit is geen sprake. In het midden van de jaren dertig van de twintigste eeuw beschrijft Jolles[1] de uniformen van de schutterij van Mheer als volgt: “De schutters droegen uniformpet, witte broek en de eigen jas waarover een oranje sjerp; de officieren huurden hunne costuums; alleen keizer P. Beckers bezit een iegen uniform”. In de kasboeken uit die tijd zijn geen uitgaven vermeld over uniformen of uniformdelen en we kunnen gevoeglijk aannemen dat iedereen voor zijn eigen uitmonstering moest zorgdragen. Hiermee is ook de grote verscheidenheid aan uitrusting, die op genoemde foto is te zien, verklaard.

Groepsfoto in Visé 1910We kunnen ervan uitgaan dat de leden van de schutterij in de eerste eeuwen van het bestaan van de schutterij ook geen uniforme kleding hebben gedragen. Het is mogelijk dat de schutters een sjerp hebben gedragen zoals bekend bij andere schutterijen, maar hier zijn geen concrete gegevens over bekend. Uit het begin van de achttiende eeuw[2] is alleen bekend dat de schutters zich voor de broonk moesten melden met een goed bruikbaar geweer, maar niet hoe ze gekleed moesten zijn.

De eerste uniformen worden in Mheer aangeschaft na de heroprichting van de schutterij in 1936. Op kermiszondag 19 september 1936 werd op het kasteel een festival gehouden waarbij de nieuwe uniformen van de schutterij werden gepresenteerd.[3] Dit uniform bestond uit een witte broek, een donkerblauwe tuniek en als hoofddeksel een kepie. Dit uniform sloot aan bij wat in die tijd algemeen gebruikelijk was bij de Zuid-Limburgse schutterijen. Uniek voor de schutterij van Mheer is het feit dat dit soort uniform door de jaren heen is gehandhaafd, inclusief witte broek. Waar het dragen van een witte broek als uniformonderdeel vandaan komt is niet met zekerheid te zeggen. Het heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat wit vroeger stond voor ‘sjiek’. Het is ook geen typisch Limburgs verschijnsel want ook in de omringende landen, zoals Duitsland en België, zijn afbeeldingen bekend van schutterijen uitgedost met een witte broek.

Nieuwe uniformen 1978In 1978 werden voor de laatste keer in Mheer nieuwe uniformen voor de hele vereniging aangeschaft. Uitgangspunt bij de keuze was om een historisch verantwoord uniform te vinden waarbij een witte broek werd gedragen. Dit werd gevonden in het gala-uniform van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger van eind negentiende begin twintigste eeuw, dat als enige legeronderdeel in Nederland toen nog witte broeken droeg. Met uitzondering van het hoofddeksel, de kepie werd vervangen door een sjako, verschilt dit uniform nauwelijks van het uniform uit de dertiger jaren. De schutterij van Mheer gaat dus nog steeds gekleed in een blauwe tuniek en een witte broek en het is net deze witte broek die kenmerkend is voor het uniform van schutterij Sint Sebastianus van Mheer.



[1] J.A. Jolles, Schuttersgilden en Schutterijen in Limburg, in PSHAL 73, 1937
[2] RHCL, LvO inv. nr. 3368
[3] Archief schutterij Sint Sebastianus

 

Rangenstelsel bij Sint Sebastianus


Bij de schutterij van Mheer worden momenteel zeven officiersrangen en drie onderofficiersrangen in gebruik. De officiersrangen zijn generaal, kolonel, luitenant-kolonel, majoor, kapitein en eerste en tweede luitenant en de onderofficiersrangen zijn vaandrig, sergeant-majoor en sergeant. De rang van kapitein en alle onderofficiersrangen zijn functioneel, wat betekent dat deze rangen aan een functie gebonden zijn. De andere rangen zijn erefuncties die men kan krijgen als men zijn sporen verdiend heeft binnen de schutterij. De generaalsrang neemt hierbij een bijzondere plaats in omdat deze rang alleen na bijzondere verdiensten kan worden verkregen. Alle officiersrangen worden op democratische wijze gekozen door de leden.
Generaal WillemsDe officiersrangen die thans ingevuld zijn, worden door de volgende personen bekleed:
- Generaal bd, Jef Willems (hier links op de foto)
- Generaal bd, Jean Maussen
- Generaal, Wim Senden
- Kolonel, Jack de Roo
- Luitenant-Kolonel, Pjer Senden
- Majoor, Hub Willems
- Kapitein, Jos Senden
- Eerste Luitenant, Huub Vandewall
- Tweede Luitenant, Eduard Rouwet
- Titulair officier, Marlène Senden-de Roo
De onderofficiersrangen worden door de volgende personen ingevuld:
- Vaandrig, René Willems
- Adjudant, Maurice Beckers
- Sergeant-Majoor, Loe Senden
- Sergeant, Gaston Lemlijn (rechter guide)
- Sergeant, Edward Stam (linker guide)

Per 2011 is Jef Willems Generaal 'buiten dienst', hij hoeft dan niet, maar mag wel steeds meelopen. Jean Maussen is in dat jaar bevorderd van Kolonel naar Generaal. Ook in dat jaar is Jack de Roo zijn Majoorsrang gaan invullen, tot dan liep hij nog mee als Sergeant-Majoor, omdat hij de Tambour-Maître was. Per 2013 zijn Jack, Pjer, Wim bevorderd naar hun huidige rang. Marlène is sinds 2014 de eerste vrouwelijke officier en in 2017 kregen Hub, Huub en Eduard hun huidige rang. De beide sergeanten, herkenbaar aan een gouden chevron op de ondermouw, zijn de guides en deze lopen, als de schutterij uittrekt, voor en achter de groep geweerdragers. De rang van vaandrig is voorbehouden aan diegene die het verenigingsvaandel mag dragen en hij heeft steeds een centrale plaats binnen de vereniging. De rang van kapitein wordt verleend aan de persoon die het commando voert over de schutterij en hij loopt daarom ook nooit bij de officieren, maar naast de groep.

OfficierenIn de schuttersliteratuur wordt vaak gespeculeerd waar het rangenstelsel bij de schutterijen vandaan komt, maar een feit is dat het al heel oud is. Het dateert nog van voor de tijd dat de schutterijen geuniformeerd waren. In Mheer zijn de eerste vermeldingen van rangen binnen de schutterij bekend uit het begin van de achttiende eeuw.[1] De hoogste in rang was toen de ‘capiteijn’ en de functie kunnen we vergelijken met de huidige voorzitter van de vereniging. Zijn plaatsvervanger was de ‘leutenant’ en van het bestuur maakte tevens deel uit de ‘vendrich’ of ‘vaendraeger’. Dit drietal zou men kunnen vergelijken met het dagelijks bestuur zoals we dat nu kennen. Andere rangen die men in die tijd gebruikte waren een adjudant, twee sergeanten en twee tot drie corporaals. Verder wordt in de ledenlijsten en rekeningen uit die tijd gesproken over een schuttemeester, vergelijkbaar met de huidige penningmeester, en de schuttersknecht die als taak had de schutters op de hoogte te stellen van bijeenkomsten. Aan het einde van de negentiende eeuw komen we de rangen van grootmajoor, overste en kolonel tegen[2] en in 1905 wordt de rang van generaal de eerste keer vermeld.[3] Vanaf die tijd is de rang van generaal de hoogste rang bij de schutterij en de lagere rangen worden ingevuld al naar gelang er voldoende personen zijn die hiervoor in aanmerking komen. De volgende personen waren generaal van onze schutterij:

1905 - 1939: Pieter Beckers
1939 - 1958: Pierre Huynen
1958 - 1969: Harie Berndsen
1969 - 1989: Sjuf Lennarts
1990 - 2000: Sjeng Berndsen
2001 - 2010: Jef Willems
2011 - 2021: Jean Maussen
2022 - heden: Wim Senden



[1] RHCL, LvO inv. nr. 3367
[2] Archief schutterij Sint Sebastianus, feestgids 1948
[3] Limburgs Dagblad, 19 maart 1939