^Naar boven
Onze zilveren koningsvogel is ruim 4 eeuwen oud
De Broonk
Het woord "Broonk" heeft in Mheer en omgeving een dubbele betekenis.
Hiermee wordt zowel de driedaagse voorjaarskermis alsook de sacramentsprocessie aangeduid.
Er wordt veelal aangenomen dat schutterijen zouden zijn opgericht om de "Broonk", de sacramentsprocessie, te beschermen. Drs J. Gerits heeft deze theorie in zijn doctoraalsscriptie duidelijk weerlegd en in het geval Mheer zou dit ook helemaal niet kunnen. De schutterij van Mheer is namelijk ouder dan de parochie Mheer! Volgens onderzoek van pastoor A. Welters krijgt Mheer vanaf 1658 het recht van toedienen van het eerste (doopsel) en het laatste sacrament (oliesel). Voorheen was Mheer een "quarta capella" (een hulpkerk) onder 's Gravenvoeren.
In 1665 op 16 oktober werd de eerste parochiekerk van Mheer gewijd door de bisschop van Luik en vanaf die tijd zal in Mheer ook de eerste eigen processie zijn uitgetrokken.
De oude band met 's Gravenvoeren was echter nog niet helemaal verbroken want in 1720 beschrijft pastoor A. d'Affnay van 's Gravenvoeren de "Broonk" en deze doet ook Mheer aan, waar zelfs een H. Mis wordt opgedragen. Hierna is er een korte pauze waarbij zowel de geestelijken als de beeld- en hemeldragers iets te eten krijgen aangeboden. De geschiedenis vertelt niet hoe een en ander gecombineerd werd, want op diezelfde zondag trok ook de "Broonk" in Mheer uit zoals blijkt uit de reeds eerder aangehaalde brief aan de weduwe de Loe uit 1716 :
".....ende tot loffelijcke Bijwooninghe van de Jaerlijxe Godts drachten offt processien, welcke overoude gewoonte zij Remonstranten gheerne alsnu souden willen hervatten....."
Zoals u ziet, wordt er zelfs gesproken van een overoude gewoonte, dus de "Broonk" moet toen al een zeer oud gebruik zijn geweest. Het begin van deze driedaagse wordt eigenlijk al op zaterdagavond gemaakt. Na de avondmis schiet de jonkheid al haar kamers af. Dit geldt als het officiële begin van de "Broonk".
Op zondagmorgen verzamelen de klaroenblazers en tamboers van de schutterij al om 5 (!) uur 's morgens om samen met de jonkheid te beginnen aan de "Reveille". Met pittige marsen, klaroengeschal en het knallen van de kamers worden alle straten van het dorp aangedaan om de mensen te wekken om vooral niet te laat te komen voor de sacramentsprocessie. Voorheen, toen er nog geen drumbands bestonden en de schutterij slechts over één of enkele tamboers beschikte, ging of gingen deze op zondagmorgen in alle vroegte trommelend door de straten van Mheer om de mensen te wekken en te laten weten (voor diegene die het nog niet wisten): Opstaan, vandaag is "Broonk"! Met de opkomst van de drumbands is deze traditie verwaterd, maar in het jaar 1975 hebben enkele tamboers van de schutterij besloten om deze traditie weer nieuw leven in te blazen en de bestuursleden van de Jonkheid hebben toen spontaan hun medewerking aangeboden. Sindsdien worden de mensen van Mheer niet alleen met tromgeroffel en klaroengeschal, maar ook met luide knallen van de kamers, afgeschoten door de Jonkheid, uit hun slaap gehaald.
Rond 9 uur verzamelen de leden van de schutterij in het schutterslokaal. Hier wordt een algehele inspectie gehouden, want vooral voor de "Broonk" wil men er piekfijn opstaan. Als alles in orde wordt bevonden, stelt men zich op om naar het huis van de koning te marcheren. Het koningspaar staat thuis al zenuwachtig te wachten op de komst van de schutterij, want dit is de eerste keer dat zij officieel optreden als koningspaar. Voor de koningin is het extra spannend, want voornamelijk het vrouwelijke gedeelte van de bevolking zal haar kleding en kapsel beoordelen. De normen die hier toegepast worden zijn vele malen strenger dan de normen die worden gehanteerd tijdens het O.L.S.! Met het nieuwe koningspaar in hun midden gaat de schutterij het keizerspaar afhalen aan hun woning, daarna naar de kerk en zij stelt zich op om voorop te gaan in de sacramentsprocessie. Voor het vertrek moet het St. Sebastianusbeeld nog een plaatsje krijgen in het midden van de schutterij.
Op een teken van de kapitein van de jonkheid (die belast is met de organisatie van de "Broonk") kan de commandant van de schutterij voor de eerste keer het commando geven : "Langzame pas, voorwaarts ... MARS!".
Bij ieder rustaltaar, wanneer de zegen wordt gegeven, wordt door de schutters een salvo gegeven en donderen de kamers.
Tijdens de gehele processie spelen de tamboers een processiemars die niet op papier te vinden is, maar die van generatie op generatie is overgeleverd. De tamboers staan erop om deze mars, deze monotone dreun, te blijven spelen omdat hij zo typisch is voor de Mheerder "Broonk".
Weer teruggekomen bij de kerk vormt de schutterij een erehaag voor het "Allerheiligste" en als de deelnemers aan de processie binnen zijn, gaat ook de schutterij de kerk in, waar door het zangkoor nog eenmaal het "Tantum Ergo" wordt gezongen. Ter afsluiting speelt de harmonie nog een mars, waarna de schutterij afmarcheert naar het schutterslokaal om daar te genieten van een warme "tas sop en e bruudsje" en een welverdiende slok gerstenat.
Hiermee is het officiële gedeelte van deze eerste dag van de "Broonk" afgelopen en iedereen maakt er op zijn eigen manier nog een fijne dag van.
Op broonkmaandag wordt om 10 uur een H. Mis opgedragen voor alle levende en overleden leden van de jonkheid en de schutterij. In vroeger jaren was de Heilige Mis voor de jonkbeid om 9 uur en die voor de schutterij om 10 uur, maar omdat op een gegeven moment de meeste mensen om 10 uur naar de kerk gingen heeft men besloten om een gezamenlijke H. Mis te laten doen voor beide verenigingen. Gedurende deze mis worden alle kamers die de jonkheid rijk is, in stelling gebracht en tijdens de consecratie afgeschoten. Na de mis wordt traditiegetrouw het ledengeld betaald en, eveneens naar oud gebruik, een drupke gedronken.
Rond het middaguur stellen de aanwezige verenigingen zich op in de oprit van het kasteel met voorop het bestuur van jonkheid Sint Aloysius, daarachter schutterij St. Sebastianus en achteraan harmonie St. Cecilia, om een aubade te brengen aan de beschermheer en familie de Loë als dank voor de ondervonden steun in het afgelopen jaar.
De baron dankt voor de gebrachte hulde en nodigt iedereen uit om een glaasje te komen drinken. Hierna wordt een rondgang gemaakt door het dorp met rustpauzes bij de plaatselijke horeca-ondernemers. Vervolgens gaat men naar de ouderlijke woning van de kapitein van de jonkheid, waar de voorzitter van de schutterij namens de hele dorpsgemeenschap de kapitein en de andere bestuursleden van de jonkheid bedankt voor hun belangeloze inzet met de Broonk-processie en andere activiteiten in het afgelopen jaar. Tevens wordt dan steeds de hoop uitgesproken, dat de verstandhouding en samenwerking tussen de verenigingen optimaal zal blijven.
De kapitein spreekt vervolgens namens de Jonkheid een woord van dank uit aan alle verenigingen en mensen voor hun medewerking aan de "Broonk" en de gebrachte hulde. Hierna nodigt hij alle aanwezigen uit voor een hapje en een drankje.
De leden van schutterij en harmonie en de talrijke omstanders slaan deze uitnodiging vanzelfsprekend niet af en laten zich de aangeboden koffie en broodjes en het onvermijdelijke bier goed smaken. Dit inspireert de her en der verspreid zittende leden van de harmonie tot het spelen van enkele vrolijke marsen.
Als de stoet weer opgesteld staat, gaat men naar de woning van de koning van de schutterij, alwaar deze uitgebreid wordt gefeliciteerd en gehuldigd. Ook deze laat zich niet onbetuigd en nodigt allen uit voor een koele dronk.
De laatste dag van de "Broonk" wordt het "Päölke Howwe" gehouden. De schutterij vertrekt dan even voor 18:00 uur, samen met de bestuursleden van de jonkheid, voor het kappen van de her en der door de inwoners geplante "päölkes". Zolang de harmonie nog niet aanwezig is, en er dus nog niet "gereid" kan worden, helpen de bestuursleden van de jonkheid mee om de toeschouwers te voorzien van een "drupke" of van de andere drankjes die bij de palen gevonden worden.
Sinds 2007 wordt een nieuwe route gelopen, om tijd te winnen en om toch álle straten van Mheer aan te doen. De eerste paal zal omgeslagen worden voor de residentie van de koning. Daarna begint de route bij de kerk richting Banholt, totaan het voormalige burgemeestershuis. Daar maakt men rechts-om-keert richting de school, dan via de sportvelden Hövelke 3, 2 en 1 af. Daar verzamelen enkele leden van de harmonie om de oude en bekende rei-dansen te spelen. De stoet trekt dan verder richting Sint Geertruid en vervolgens naar de put en richting Libeek. Daarna de Langwei op en langs de bejaarden, vervolgens via het kasteel naar beneden. Halverwege d'r Hoesberg krijgt de kapitein van de jonkheid de scepter van de pastoor uitgereikt. In Onder-Mheer wordt begonnen met de Steegstraat, dan de Papenweg, Dorpsstraat en via het Wienickerstraatje naar de Stallestraat. Alvorens de dag beëindigd wordt in de Smidse, wordt er nog flink gewalst op de boerenhoven.
Typerend op die dag zijn natuurlijk de bielemannen die de palen omhakken. Dit zijn niet zo maar palen, maar ze zijn in veel gevallen versierd met groene takken en slingers. En onder of aan elke paal hangt een fles sterke drank of er staat een kratje bier naast. Ook hangt aan veel palen een verhaal of gedicht. In dit "verhaal van de paal" spreekt de paal en laat hij zijn visie zien op het afgelopen jaar of Broonk. In veel gevallen is hij tevreden over de gang van zaken, steekt hij de draak met enkele voorvallen en treurt hij om zijn aanstaande einde.
Verder zijn de reidans, cramignon, en de walsen op de binnenplaatsen typerend.
De cramignon is een rei-dans van Waalse (anderen spreken van Spaanse of Franse) oorsprong, die nog maar in een paar dorpen aan de zuidgrens van onze provincie gespeeld en gedanst wordt. In Mheer wordt tegenwoordig alleen nog maar gereid op Broonkdinsdag. Dit gaat ongeveer als volgt: De kapitein van de jonkheid gaat voorop met een bos bloemen in zijn hand en hierachter sluiten alle jongens en meisjes (liefst om en om) van het dorp hand in hand aan en al slingerend en laverend tussen schutters en muzikanten door springt men op de maat van de muziek. Als de cramignon van Mheer wordt gespeeld kan men zelfs nog meezingen: "e Sjtukske sjeenk mit mosterd op, dat hub veer, dat hub veer, dat hub veer zoe gêre ".